Het echte probleem met bidden

Het echte probleem met bidden

18 januari 2016 om 07:50

medal-1512895-1279x959.jpg

Het is de week van het gebed. Toen ik dat hoorde had ik daar wel twee gedachtes bij.

  1. Ik denk dat extra aandacht voor het gebed heel erg nodig is. Want in onze tijd met zoveel afleiding doordat feitelijk de informatie van de hele wereld in onze broekzak zit, is het opzoeken van de stilte best lastig geworden.
  2. Maar waarom een ‘week van gebed’. Het voelt als een collecteweek voor een goed doel. En dat vind ik geen recht doen aan de essentie van bidden. De bijbel roept ons op om te bidden zonder ophouden. Bidden is dus op z’n minst iets van iedere dag, en dat gaat niet stoppen na deze week. De kerk zou een permanente campagne moeten voeren om iedereen aan te sporen de drukte van het leven dagelijks te ontsnappen voor tijd met de Schepper.

Kortom: misschien vestigt de week van het gebed wel de aandacht op de verkeerde prioriteit. Laat ik het om onze gedachten een beetje te prikkelen als volgt formuleren: het probleem is dus volgens niet het bidden op zich (hoewel we daarin ook best nog veel kunnen leren), maar onze discipline. Daar wil ik het met u over hebben vanmorgen. Ik las onlangs de uitspraak van Jim Rohn:

We moeten allemaal lijden aan één van deze twee dingen: de pijn van discipline of de pijn van spijt.

En hij heeft gelijk. Gebed vraagt discipline, maar de consequenties van het niet zorgen voor een goed en gezond gebedsleven doet veel meer pijn dan de discipline voor het bidden opbrengen.

Sommige wetenschappers zeggen dat je een nieuwe gewoonte kunt opbouwen als je het 21 dagen kunt volhouden. Als ik dat onderzoek serieus zou nemen zouden we op z’n minst drie weken van gebed moeten houden.

Een aantal kerken houden aan het begin van dit jaar 21 dagen van gebed en vasten. Dat zou op basis van het onderzoek naar gewoonteverandering een beter begin van een nieuwe gewoonte moeten zijn. Ik vind de combinatie met vasten ook een hele mooie. In mijn geval versterkt het vasten de bewustwording. Je láát iets.

Weet u, ik houd van sport en ik vind het altijd interessant om sporters te volgen die succesvol zijn in hun sport. Voor mij is de route die ze afleggen naar succes misschien nog wel interessanter dan het succes zelf.

Bijna unaniem is de emotie van de winnaars van goud dat het het waard was om hier zoveel voor te laten.

Ik denk ook dat dat de topsporter kenmerkt: naast de enorme inspanning die hij op de training verricht, laat hij er ook veel voor.

In een interview na de Olympische Spelen van 2012 in Londen werd de vader van een Nederlandse gouden medaille winnaar geïnterviewd. En die vader vond de gouden medaille van zijn zoon helemaal niet zo relevant. Wat hij interessant vond was dat zijn zoon door de toewijding aan wat voor hem belangrijk was had geleerd deze inspanning en discipline op te brengen. Dat had hem een beter mens gemaakt.

Paulus vergelijkt ons geestelijk leven ook met het bedrijven van topsport. De essentie van deze overdenking is voor mij dus niet de vraag of u deze week misschien wat meer aandacht voor gebed kunt hebben, maar de vraag wat u uit uw schema gaat schrappen om te zorgen dat de discipline van gebed (al dan niet met vasten) een vaste plek in uw leven krijgt. 

Deel dit